Leuven Centraal 5 - Europchess 5 (4-0)

Verslaggever: Stef Renkens

Veel interclubspelers deinzen ervoor terug een verslag te schrijven van de match. Bij een zeer kleine minderheid is dit uit luiheid. De overgrote meerderheid echter komt er niet aan toe uit nederigheid. Niet iedereen heeft de gave van bijvoorbeeld Jan De Geest, die niet alleen zijn eigen partijen wint, maar ook nog eens tegelijkertijd de partijen van zijn teamgenoten van buiten iet leert terwijl die partijen nog aan de gang zijn, louter en alleen om er een accuraat relaas over te kunnen doen.

Het argument luidt dus vaak: “Ik kan niet zorgen voor het matchverslag, want ik moet al mijn aandacht houden op mijn eigen partij, en kan niet kijken naar wat er op de andere borden gebeurt. Ik kan toch niet alleen over mezelf schrijven?”. Deze mensen zou ik willen geruststellen: deze schroom om voor narcist te worden aanzien is volledig misplaatst. Omdat ik niet de kwaliteiten van Jan De Geest heb, is dit een lekker egocentrisch verslag geworden.

Ik schrijf dit verslag ook om af te rekenen met mijn teamgenoten. Josh (eerst klaar vandaag, met een klinkende overwinning) noemde me een “swindler” (“Schwindler” in het Duits, en in het Nederlands klinkt dat niet zo fraai: “zwendelaar”), en Bart (ook snel klaar met een klinkende overwinning) vond mijn stelling toen hij vroeg naar huis vertrok rijp voor palliatieve zorgen. Van uw ploegmakkers moet ge het hebben!

Op de vierde speeldag trof ons vijfde team het vijfde team van Europchess. Dat is de schaakclub van de Europese instellingen, met bijgevolg een heel internationaal gezelschap. Mijn tegenstander had een heel welluidende naam.

Nationale Interclubs, afdeling 5B, ronde 4
Leuven Centraal 5 – Europchess 5, bord 2
Wit: David Busquets Xapelli (1241)
Zwart: Stef Renkens (1653)
ECO: B12

1.e4 c6 2.d4 d5 3.f3 dxe4 4.fxe4 e5 5.Nf3 Bg4 6.Bc4 Nd7 7.c3 Bd6 8.Qb3 Qe7 9.Qxb7 Rb8 10.Qxc6 Bxf3 11.gxf3 Nf6

Voor wie dit een vreemde zettenreeks vindt: het is allemaal theorie. We zijn in de Maroczy-variant van de Caro-Kann beland, beter bekend als de “fantasievariant” (fantasy variation). Zwart geeft twee pionnen en krijgt daar heel wat voor terug: grote ontwikkelingsvoorsprong, de witte dame op de tocht, en de witte koning oncomfortabel in het centrum.

Na de partij vertelde de jeugdige witspeler van zestien me dat hij mijn partijen op lichess.org grondig had geanalyseerd. Ik heb namelijk de naïviteit om op dat platform onder mijn eigen naam te spelen. Hij wist dus dat ik op 1. e4 Caro-Kann speel, en dacht dat hij me met de fantasievariant wel klein kon krijgen. Alsof de schat van partijen op lichess.org nog niet genoeg was, mijn tegenstander had zich bij zijn voorbereiding laten bijstaan door een engine, want hij wist me te vertellen dat deze siliconenvriend de voorkeur gaf aan 11. … Dh5+, een idee dat Hasan achteraf ook te berde bracht. Ik volgde echter wat Erwin L’Ami me op Chessable had toegefluisterd.

Regelmatig torende de vader van de witspeler, die zelf voor het derde team van Europchess aan het spelen was, uit boven zijn rug, als aandachtige toeschouwer. Wie weet had hij ook veel energie in de voorbereiding van zoonlief gestoken.

Mijn voorbereiding bestond daarentegen vooral uit flaneren en foto’s nemen op Open Leuven, interclub-administratie, last minute vervangers zoeken, zaal klaarzetten. Erwin van Chessable zal wel niet tevreden zijn.

Tenslotte, een goede raad die ik wèl gelezen had: oude spelers moeten, als ze tegen een jeugdspeler spelen, scherpe varianten uit de weg gaan, omdat die jeugdige belhamels veel beter kunnen rekenen dan oude knarren. Die goede raad had ik ook al in de wind geslagen.

12. b3?

Vermoedelijk de eerste zet die wit zelfstandig moest bedenken (had wellicht alleen rekening gehouden met 11. … Dh5+), en ik kan me niet inbeelden dat de tekstzet goed is. De bedoeling is duidelijk om de loper op c1 de bevrijden van zijn defensieve taak (de pion op b2). Maar op b3 snijdt deze pion wel een belangrijke vluchtroute van de dame af, dacht ik. Dus, mijn plan was even snel mijn ontwikkeling beëindigen om dan zo snel mogelijk op damejacht te gaan. Een verkeerd plan, zo bleek.

12. … 0-0 13. Bg5? (de engine houdt niet van deze zet; de “goede” zetten die wit hier tot zijn beschikking heeft, zijn voor mijn part allemaal engine-achtig; de beste zet zou hier 13. Kd1 zijn) 13. … Nb6?
De bedoeling is om de witte dame te beroven van vluchtveld a4. De tekstzet berust echter op een flater in mijn berekeningen. Vandaar het vraagteken. Als ik dan toch op damejacht wil, dan had ik wellicht beter gewoon meteen 13. … Rfc8 gespeeld. Na bijvoorbeeld 14. Qa4 Nb6 15. Qa6 komt er een gelijkaardige stelling op bord als in de partij, maar dan met zwart aan zet in plaats van wit (en een witte loper op c4). De tekstzet betekent dus stom tijdverlies, iets wat nefast is als je twee pionnen achterstand hebt.
14. Be2 (lucht geven aan de witte dame) Rfc8 15. Db5 Nc4? 16. Qa6
Hier had ik 16. … Rb6 in petto, en pas nu zag ik dat dat helemaal niet mogelijk was, omdat er op c8 iets hangt. Een enorme teleurstelling. Plots staat de witte dame daar op a6 eventjes veilig, en lijkt het in veiligheid brengen van het zwarte paard op c4 de grootste prioriteit. De volgende zet speelde zwart met de motivatie van “ik kan niet anders”, want het zwarte paard met 16. … Nb2 de vijandelijke linies in gooien zonder duidelijk perspectief, leek me geen goed idee.[spoiler alert: zwart kan wel anders, maar dat zag ik niet, maar wel een engine. Misschien zie jij het ook, zonder engine. Voor de oplossing, zie onderaan het verslag].
16. … Nb6?
Tijdens de partij voelde ik hier enorme teleurstelling. De witte dame in veiligheid en zwart dus gewoon twee pionnen achter, en dus eigenlijk verloren. Het was tijd om ook eens vluchtig naar de andere borden te kijken. Op bord 4 had Josh de stelling van zijn tegenstrever vertimmerd tot een kerkhof. Op bord 1 stond Hasan een kerngezonde pion voor in een rustig eindspel. Op bord 3 waren dat er bij Bart zelfs twee. Mijn onafwendbare nederlaag zou de overwinning van de ploeg niet in het gedrang brengen.
17. Qd3?
Gaandeweg zag ik heel wat mogelijkheden. Dat komt omdat wits damezet te overhaast is, want op a6 staat de dame even veilig als op d3. Beter was 17. d5, en wit heeft de bovenhand. Eigenlijk is er in deze fase van de partij slecht gespeeld door zowel wit als zwart. Misschien is die fantasievariant gewoon veel te moeilijk voor clubspelers.
Uiteindelijk is er nog altijd compensatie voor de twee pionnen. De witte koning staat nog altijd in het midden en de witten torens doen nog niet mee. Ook het witte paard zit nog vast. Het zwarte plan: lijnen, diagonalen opengooien en knokken. Schaken is een vechtsport.
17. … exd5 18. cxd5 Bb4+
19. Nd2?
Hier had wit alternatieven. Enkele varianten:
  • 19. Kf2 Nxe4+ 20. fex4 Qxg5 en zwart staat veel beter;
  • 19. Kd1 Nxe4 20. Bxd7 Nf2#
  • 19. Bd2 Rc1+ 20. Bd1 Bxd2 en zwart wint, hoewel dit allemaal moeilijk uit te rekenen is. Er verschijnen talloze prachtige varianten, bijvoorbeeld 21. Dxd2 Nex4 22. Qxc1 Qh4+ 23. Ke2 Qf2+ 24. Kd3 Rd8 25. fxe4 Qxd4+ 26. Ke2 Qxe4+ enzovoort.
  • 19. Kf1 is volgens mij de beste verdediging. Het is me onduidelijk hoe het voor zwart verder moet.
Het nadeel van de tekstzet is, dat veld c3 losgelaten wordt. Er volgt nu een fel handgemeen. Zwart verliest daarbij een stuk, dat snel wordt teruggewonnen.
19. … Rc3 20. Qb5 Nbd7 21. Bxf6 Qxf6 22. Qxd7 Rc2 (wint het stuk terug, maar beter is wellicht eerst 22. … Rd8) 23. e5 Qh4+ 24. Kf1 Bxd2 (azend op een mat op f2) 25. Qg4 (wit biedt zijn actiefste stuk aan voor de afruil. De witte torens staan beiden nog altijd in de hoek) 25. … Qxg4 26. fxg4 Bc3 (wit staat nog altijd twee pionnen voor, maar geraakt stilaan in tijdnood en kraakt) 26. Bd3? Rd2 27. Rd2 28.Rc1 Rxd3 29.Ke2 Rh3 30.Rc2 Bxd4 31.Rhc1 Rxh2+ 32.Kd3 Rxc2 33.Rxc2 Bxe5 0-1
De jonge witspeler was na afloop toch wel aangeslagen. Heel de tijd dacht hij me te grazen te hebben, en hij vroeg zich vertwijfeld af hoe hij dit had kunnen laten liggen. Ik voelde me daarentegen diep voldaan. Victorie kraaien na een hele tijd gedacht te hebben in de touwen te hebben gelegen, daar kikkert een mens van op. En laat mijn lieve ploeggenoten mij maar een “zwendelaar” noemen.
Dan toch maar eens de machine opgezet. Het oordeel van de machine was een volslagen verrassing voor mij. Nooit ofte nooit stond zwart in de partij verloren. Het dieptepunt van de partij kwam er inderdaad na de twee slechtste zetten van zwart, zet 15 en zet 16. Maar daarmee had zwart enkel en alleen een groot voordeel weggegooid (evaluatie van de engine na zet 16 van zwart: +1.1).
De beste zet voor zwart op zet zestien (in plaats van het foutieve 16. … Nb6) was 16. … h6, waarbij zwart heel wat spel krijgt voor het verloren (geofferde) stuk.
En ten slotte moet ik toegeven dat ik ploeggenoten in de verslag veel onrecht heb aangedaan, want Hasan, Bart en Josh zijn echt supersympathiek!

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll to Top