Kinderen leren schaken
Heeft schaken voordelen voor een kind?
Je leest wel eens dat kinderen beter studeren omdat ze beginnen schaken. Zo ver durven wij niet te gaan. Wie goed studeert, schaakt namelijk meestal ook beter.
Kinderen die schaken, leren doelen stellen, vooruitdenken, gegevens verzamelen, kiezen, in categorieën onderbrengen, selecteren, evalueren, plannen, leren het geheel zien, beslissingen treffen, werken met tijdsdruk,… en héél belangrijk, ze leren afstand nemen van wat ze meemaken, ze leren ook verliezen. Het versterkt hun gevoel van eigenwaarde, hun vastberadenheid, zelfwerkzaamheid, sportiviteit.
Instap in de club
Het is de bedoeling dat de kinderen de basisregels van het schaakspel al onder de knie hebben als ze in de club komen. Dit betekent dat ze de loop van de stukken, mat, de rokade en de en-passant regel moeten kennen. Een echte minimumleeftijd is er niet maar meestal zijn de jongste kinderen zeven jaar.
Inschrijven voor onze jeugdlessen is vaak niet zo eenvoudig. We moeten spijtig genoeg vaak werken met wachtlijsten omdat we beperkte lesruimten hebben en omdat schaaklesgevers ook niet dik gezaaid zijn. Al valt dat laatste vaak wel mee. De wachtlijst houdt rekening met de volgorde van inschrijven. Speelsterkte is voor ons geen prioriteitsregel.
Wie op de wachtlijst verzeild geraakt, krijgt om niet te veel tijd verloren te laten gaan, digitale en materiële ondersteuning en kan thuis een bezoekje verwachten.
Partijen uitgelegd krijgen (analyse van partijen)
“Men kan veel meer leren uit een verloren partij dan uit een gewonnen partij.”
Dit is een citaat van José Raúl Capablanca, een bekende schaker. Het analyseren van partijen bestaat uit twee facetten. Enerzijds kunnen de kinderen leren uit de fouten in hun eigen partijen. Vandaar ook het belang om partijen te noteren. Anderzijds kan er veel geleerd worden door het naspelen van partijen van andere schakers, en dan vooral van ‘de groten der aarde’, met name de grootmeesters.
De analyse van partijen gebeurt zowel door de lesgevers tijdens de lessen als tijdens tornooien waar de begeleiders aandachtig de partijen van de kinderen proberen te volgen.
De schaaktheorie en oefeningen
Onze club maakt, net zoals vele andere clubs met een jeugdwerking, gebruik van de bekende “stappenmethode” van Cor van Wijgerden en Rob Brunia, twee Nederlandse meesters (in dubbele betekenis: zeer degelijke schakers én gerenommeerde schaakleraars) die hun fenomenale kennis in eenvoudige taal opgetekend hebben in boekjes op ruwweg zes niveau’s. In die boekjes staat afhankelijk van het niveau een aantal lessen waarbij de theorie steeds gekoppeld wordt aan een groot aantal oefeningen. Deze oefeningen bestaan uit een schaakstelling (diagram), waar telkens een goede zet gezocht moet worden. De leerlingen moeten tijdens de les (of bij hun huiswerk) deze goede zet vinden en opschrijven. Voor de allerkleinsten kan dit door pijlen te trekken, voor de meer gevorderden door de oplossing te noteren volgens de schaaknotatie.
Er zijn zes boekjes (ook wel 6 stappen genoemd) van opeenvolgende moeilijkheidsgraad. Stap 1 omvat de basisbegrippen van het schaakspel, de spelregels, schaakmat, aanval, verdedigen. Vanaf stap 2 wordt het al interessanter: dubbele aanval, penning en mat in twee passeren de revue. Stap 3 is al tamelijk gevorderd: tegenaanval, aftrekschaak en pionneneindspel maken van de leerlingen bekwame schakers. Stap 4 en 5 maken het telkens iets moeilijker en bijgevolg ook interessanter, en stap 6 is eigenlijk voor … de toekomstige clubkampioen !
We hebben voor deze methode gekozen omdat ze ons toelaat met veel interactie en quasi individuele begeleiding elke leerling op zijn tempo te laten groeien. Zo zijn er voor de erg gemotiveerde leerlingen nog extra oefenboekjes onder de vorm van Stap+ en Stap Extra werkboekjes en nog enkele boekjes die oefeningen op vooruitdenken bevatten.
De praktijk: partijen spelen
Hoewel het maken van oefeningen met de stappenmethode heel nuttig is, heeft het ook een nadeel: de oefeningen geven maar één zet in een hele partij weer. Een partij spelen waarin je een opeenvolging van goede zetten moet doen en strategisch en positioneel denken is nog iets helemaal anders. Eigenlijk is een schaakpartij een opeenvolging van oefeningen waarbij in elke stelling de beste zet gevonden moet worden! Ook de psychologische vaardigheden die in een wedstrijd het verschil kunnen maken leer je niet door deze diagrammen in te vullen. Daarom is het spelen van partijtjes zo belangrijk. Het toepassen van de thema’s (die behandeld worden in de stappenboekjes) in een partij moet gelijke tred houden met de vorderingen in het stappenboekje. Een stap die wij als schaakleraar het minst onder controle hebben en vanuit het kind zelf moet komen.
Wie enkel de lessen volgt en weinig of geen partijen speelt, zal geen progressie maken als schaker. Daarom kunnen de kinderen tijdens de les partijen tegen mekaar of tegen de leraar spelen. Zo kunnen ze de opgedane theoretische kennis toepassen in de praktijk en leren ze ook met een klok werken, hun zetten noteren en natuurlijk niet onbelangrijk, een tegenstander psychologisch (zij het uiteraard sportief) aanpakken. Binnen de club organiseren we voor de jeugdspelers per niveau ook tweemaal per jaar een jeugdclubkampioenschap.
Tijdens een partij staan ze ook alleen. Niemand komt hun raad geven en ze moeten zelf beginnen denken. Alleen zij zijn verantwoordelijk voor het resultaat. Dat is in het echte leven ook zo. En als vertrekpunt is dat schaak spelen dan toch niet zo slecht.
Nog belangrijker is om deel te nemen aan de verschillende jeugdtornooien die in gans Vlaanderen georganiseerd worden. De bekendste zijn de tornooien die deel uitmaken van het Jeugdcriterium. Bij elk tornooi proberen we als club met een maximaal aantal kinderen deel te nemen.
En tenslotte ... bij de groten ...
Als de kinderen er rijp voor zijn kunnen ze officiële schaakpartijen spelen. Dit zijn partijen zoals ze door volwassenen gespeeld worden in tornooien, clubkampioenschappen en interclubcompetitie. De bedenktijd bedraagt dan doorgaans twee uur per persoon voor 40 zetten en nogmaals 30 minuten voor de rest van de partij. In onze club kan dit door deel te nemen aan het clubkampioenschap waar de partijen elke vrijdagavond om 20u00 van start gaan. Ook kan er in de interclubwedstrijden ervaring worden opgedaan. Dit is een competitie op zondagnamiddag tussen alle clubs in België waarbij er in 11 rondes uitgemaakt wordt welk team het sterkste is van zijn reeks.